Mijn periode in de Tielse gemeentepolitiek

Hierbij deel ik een terugblik op mijn politieke ervaringen in Tiel: hoe ik vanuit een burgerinitiatief in 2016 doorgroeide naar commissielid en zelfs bijna gemeenteraadslid werd. Welke resultaten we boekten rond jeugdzorg, gelijke behandeling en armoedebestrijding en waarom ik vandaag de dag bewust buiten de partijpolitiek verder werk aan een schoner en socialer Tiel.

Van burgerinitiatief naar commissiewerk

In 2016 schoof ik aan bij de raadswerkgroep Wonderschoon Wonen om als burgerparticipant mee te werken aan de plannen voor een schoner Tiel. Een jaar later werd ik gevraagd om mij aan te sluiten bij de steunfractie van het CDA. In 2018 deed ik mee aan de gemeenteraadsverkiezingen; ik kwam helaas drie voorkeursstemmen tekort voor mijn zetel, maar werd vervolgens beëdigd als raadslid voor de Commissie Samenleving.

Thema’s en verantwoordelijkheid

Als commissielid hield ik toezicht op en adviseerde ik over onderwerpen die rechtstreeks merkbaar zijn in de stad: Wmo, jeugdzorg, armoedebestrijding, laaggeletterdheid en nog honderd dingen meer. Het was mijn rol om beleid en uitvoering kritisch te volgen en waar nodig wethouders en beleidsambtenaren aan de tand te voelen. Eerlijk is eerlijk: met een camera op je neus kan dat best spannend zijn, maar met het gelijk aan mijn zijde ben ik nooit een discussie uit de weg gegaan. Niemand kwam weg met een halfslap antwoord dat geen verantwoordelijkheidsgevoel liet blijken.

Resultaten en bijdragen

Op aandringen van mijn raadsfractie hebben we het onderzoek naar de hoge jeugdzorgcijfers in Tiel op de agenda gekregen. De inzichten maakten duidelijk dat vooral regionale aanbieders en hun werkwijzen het beeld beïnvloedden, niet per se de zwaardere problematiek bij inwoners. Tiel scoort weliswaar al jaren laag op de ranglijst op basis van mentale gezondheid, maar dat zegt uiteindelijk weinig over hoe het in de rest van het land gesteld is.

Verder was ik initiatiefnemer van de Tielse Regenboogmotie, die een structurele opdracht neerlegde bij het college van B&W om beleid te voeren voor de bescherming en versterking van de LHBTI-gemeenschap. Hierna heb ik circa anderhalf jaar deelgenomen aan een werkgroep die meehielp om uitvoering te geven aan de motie. We haalden een regionaal congres naar Tiel en realiseerden structurele financiering voor de LHBTI-werkgroep.

Tot slot was ik betrokken bij de totstandkoming van het Armoedepact Tiel. Met name bezuinigingen op deze kwetsbare doelgroep heb ik altijd sterk veroordeeld. Niet dat mijn woorden toen het verschil maakten — de coalitie is immers de baas — maar ik zorgde er in elk geval voor dat het hen het schaamrood op de kaken stond terwijl ze hun wanbeleid stonden te verdedigden.

Waarom ik de partijpolitiek verliet

Gemeentepolitiek is niet voor iedereen weggelegd. Ze zeggen: “Je moet Dreft op je schouders hebben” zodat alles van je af kan glijden. Maar ik had altijd het idee dat het mij persoonlijk werd verweten dat ik van me liet horen. En dan heb ik het nog niet eens over de negativiteit die je van andere politici over je heen krijgt, terwijl je alleen het beste wilt voor de inwoners.

Nee, gemeentepolitiek gaat niet over goed beleid voeren, want daar is simpelweg niet genoeg geld voor. Het gaat over de discussie en strijd die gepaard gaat met het maken van zo goed mogelijk beleid — en dat is eerlijk gezegd lelijk werk.

Toen tijdens de coronaperiode de commissievergaderingen stil kwamen te liggen en CDA bewindslieden in de Tweede Kamer er één grote zooi van maakte, koos ik voor een andere route. Via mijn Tiel Tip Top en tal van andere maatschappelijke initiatieven kan ik onafhankelijk, praktisch en zichtbaar impact maken – en stiekem word ik daar veel gelukkiger van.

Mijn kijk op Tiel

Wie onze stad wil besturen zal zich, net als ik destijds, moeten verdiepen in de geschiedenis van Tiel. De oplettende kijker ziet dat onze stad de afgelopen 110 jaar meermaals de plank heeft misgeslagen. Waar ooit de keuze had kunnen vallen op Tiel als knooppunt van spoorwegen, kwam dat kruispunt uiteindelijk in Geldermalsen te liggen. Waar een universiteit paste bij onze rijke Hanze-geschiedenis, koos men destijds voor Wageningen. En terwijl Tiel logistiek uitstekend gepositioneerd is in het hart van Nederland, hebben andere steden als Ede en Lent wél een megabioscoop, vinden we in Duiven onze IKEA en reizen we naar Utrecht voor een bezoek aan The Wall. Dit zijn pijnlijke lessen die we mogelijk nooit meer recht kunnen zetten.

Tiel heeft veel potentie, maar de economische en culturele draagkracht is kleiner dan onze ambities. Daarom geloof ik dat we als stad moeten beseffen wat er eerder misging, zodat we nooit meer een gouden kans laten liggen. Na Appelpop en het Fruitcorso staat Tiel nu bekend als gemeente met de grootste mentale ongezondheid van Nederland — terwijl we juist vanuit de samenleving dáár heel veel op kunnen ontwikkelen. Daarom ben ik als sociaal ondernemer aan het werk en hoop ik op jouw opdracht en/of samenwerking – Er is werk aan de winkel!

Tot slot

Met veel respect kijk ik terug op de raadsleden die zich wekelijks inzetten voor het publieke belang. Voor mij was deze periode een waardevolle leerschool: ik ben goed in het toezien op beleid en prik met gemak door stroeve ambtelijke teksten heen. Ik heb geleerd: Ik ben zeer geschikt voor een Raad van Toezicht, maar van gemeentepolitiek… Daar moet ik ver vandaan blijven. Ik mis oud-burgemeester Frank van der Meijden!

En gaat over tot de orde van de dag.